Familie

20 April 2013

recensie 20 aprilOp 20 april bespoken voor Omrop Fryslân, in het programma ‘Op en út’ van Douwe Heeringa.

 

Charles den Tex, De erfgenaam. De Geus, Breda 2013. www.degeus.nl

Charles den Tex studeerde film en fotografie en dat kun je merken. Hij heeft niet altijd een hele fijne pen en moet het duidelijk meer hebben van een goede plot, met al zijn politiek-maatschappelijke implicaties, dan van een mooie psychologische karaktertekening van zijn personages of een opvallend goede stijl. Een verhaal vertellen, dat kan hij als geen ander, waarbij hij vaak traag begint, langzaam het tempo opvoert, tot je als lezer het boek niet meer weg kunt leggen. Waar het in dit boek om draait is dat familierelaties veel belangrijker zijn voor Breder Weltman, niet echt een makkelijke naam trouwens, dan hij ooit heeft gedacht. Zijn familie heeft fortuin gemaakt in de Limburgse mijnen en nadat zijn ouders bij een tragisch ongeluk om het leven kwamen, hij was toen nog maar negentien jaar oud, is dat vermogen in zijn handen gevallen. Als beproefd belegger houdt hij dat familiekapitaal meer dan aardig in stand. Breder leeft lange tijd in een behoorlijk isolement, totdat hem duidelijk wordt gemaakt dat je niet ongestraft je afkomst kunt verloochenen en dat je, vroeg of laat, de rekening van je acties gepresenteerd krijgt.

 

Sipke de Schiffart, Wat it is om bang te wêzen. Ferhalen. Friese Pers Boekerij Ljouwert 2012. www.friesepersboekerij.nl

De ferhalen yn dizze bondel binne foar in grut part al earder publisearre yn it tydskrift Ensafh. Regelmjittich gean se oer boeresoannen dy’t sels in pear kear nei de namme Sikke of Sippe lústerje. Se komme boppedat faak ut in kristlik-griffermeard laach. De wichtichste tema’s yn de bondel binne de dea en de ûnberikbere leafde, mar miskien kin it tema fan De Schiffart it bêste omskreaun wurde as in gebrek oan moederaasje fan de minske. It boek is fris, modern, mei sa no en dan in moaie link nei de aktualiteit. Ien ferhaal pykt der wat my oanbelanget echt út en dat is it iepeningsferhaal ‘Wat it is om bang te wêzen’. It giet oer Oepke Folkertsma, in doarpsjonge, soan fan in boer, dy’t knap ferlegen is. Syn heit en mem, slim griffermeard, hawwe de jonge iten en drinken jûn, mar net echt in waarme opfieding. Oepke is net allinnich ferlegen, hy is ek hieltyd bang, fral yn selskip. Op feesten komt hy leaver net, wol op begraffenissen, want dan is ien der altyd ien noch slimmer oan ta, de betreurde deade. Yn dit ferhaal is Oepke op it troufeest fan syn suster, wat opsketten en dronken jongens wole him speeche litte en hy flecht nei de wc. Dêr, op de wc, spilet dit ferhaal him ôf. En wurdt, mei in hoop plastyske humor, libbene dialogen en grappige skunnichheden, stadichoan dúdlik dat Oepke miskien hielendal net op in feest is.

 

Jeroen Theunissen, De omwegen. De Bezige Bij Antwerpen, 2013

www.debezigebijantwerpen.be / www.jeroentheunissen.be

Opvallend fenomeen, de familieroman lijkt in opkomst. Heel recent schreef de Vlaamse schrijfster Saskia de Coster er ook een. De Omwegen is alweer de vierde roman van een nog altijd vrij jonge schrijver. Thuisverlangen was de titel van zijn debuut als dichter en dat is tot nog toe eigenlijk ook wel het belangrijkste thema van zijn gehele oeuvre. In dit boek raakt een Vlaamse familie helemaal versplinterd, om na na veel omwegen weer bij elkaar te komen. Alles draait om het gezin van Guy Goetgeluck: zijn vrouw Anita, een drieling en een dochter die hij bij een andere vrouw heeft verwekt. Alle leden van deze familie zwerven, dwalen, maken omwegen in daden en (politieke) overtuigingen en verdwijnen soms voor jaren onder de radar. Maar elk staan ze misschien ook voor iets anders, iets groters, en dat geeft het boek een hoogst allegorisch karakter. Basisidee van het boek is, dat heeft de auteur zelf ook met zoveel woorden aangegeven, dat eer je beseft dat het thuis goed is, je eerst heel ver weg moet gaan. Je moet leren een eigen grotere context te vinden voor je leven, je moet uit je eigen vooroordelen kunnen breken. En dat is voor elke generatie weer anders. Al lees je in dit boek wel kritiek op de generatie van de jaren zestig en hun onvermogen om de beperktheid van de eigen idealen in te zien. De generatie van Theunissen zelf, zeg maar, bouwt een visie op de wereld op, die veel wanhopiger en nihilistischer is. Aldus heeft Theunissen toch een bijzonder staaltje van zijn vakmanschap geleverd, door een kroniek over een groot deel van de twintigste eeuw en over goed, modern burgerschap, te verpakken als familieroman. Natuurlijk is het zo dat Vlaamse schrijvers, veel meer dan Nederlandse, de aanvechting ervaren om Vlaanderen zelf en hun geboortestreek te interpreteren, van betekenis te voorzien en Theunissen heeft die drang onmiskenbaar ook. In die zin is Tom Lanoye’s bekende Monster-trilogie nooit ver weg, maar ook het oeuvre van A.F.Th. van der Heijden mag wat dat betreft niet onvermeld blijven. Al schrijft Theunissen heel anders, beperkt hij zich meer tot grotere lijnen en vult hij relatief weinig in voor de lezer. Dit boek lezen heeft iets van het versneld afspelen van een dvd, je krijgt in sneltreinvaart het hele verhaal mee, maar de ondertiteling kun je op die snelheid niet goed lezen. Dan temporiseer je even en pik je een paar scènes wat nauwgezetter mee. Maar het mooiste van het boek is misschien, want hoe vaak lees je dat nog, dat het redelijk optimistisch eindigt. De broers en de zus komen, al wonden likkend, uiteindelijk samen, hun ouderlijk huis zal een echt familiehuis worden, met alle gebreken van dien natuurlijk.

 

Erik Vlaminck, Miranda van Frituur MirandaWereldbibliotheek, Amsterdam 2013. www.wereldbibliotheek.nl

Dit is een vervolg op de fenomenaal aanstekelijke roman Suikerspin. Opnieuw maakt Erik Vlaminck indruk met zijn directe taalgebruik, rauwe humor in de beste volkse tradities. Schakelt hij voortdurend van het ernstige naar het kolderieke, van het essentiële naar het overbodige en weer terug. En opnieuw weet hij dat particuliere verhaal, op aangenaam onnadrukkelijke wijze, universele dimensies te geven. Maar pas op de allerlaatste bladzijden kom je tot de ontdekking dat de schrijver niet alleen het verhaal van Suikerspin aanvult met het verhaal van Miranda, die er in die roman wat bekaaid af kwam. Aan het slot, Vlaminck is een liefhebber van cliffhangers, volgt er nog een grote verrassing waarmee de auteur toch opnieuw een bijzondere dimensie toevoegt aan zijn toch al zo bijzondere verhaal over de familie van Arthur van Hooylandt. En het verhaal is nog niet uit, denk ik. Gieren van de lach en tegelijk rillingen die over je arm lopen. Weinig schrijvers komen zo direct bij mij binnen.